De Commissie

Algemeen

De Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT), opgericht door de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken (Bestuurstaalwet), is belast met het algemeen toezicht op de toepassing van de Bestuurstaalwet en de daarmee aanverwante wetgeving. Zij is eveneens bevoegd voor het toezicht op de taalwetgeving in de sociale betrekkingen ten gevolge van de respectievelijke decreten van de Vlaamse en Franse Gemeenschap.

De VCT wordt bijgestaan door rijkspersoneel dat haar door de regering ter beschikking wordt gesteld. De middelen voor de werking van de VCT zijn deel van de begroting van de FOD Binnenlandse Zaken. De VCT is echter niet ondergeschikt aan de minister van Binnenlandse Zaken en treedt autonoom op.

De VCT is zelf geen rechtscollege en bijgevolg treedt zij ook niet op als beroepsrechter tegen administratieve handelingen en reglementen. De VCT adviseert op een niet-bindende wijze. De adviezen van de VCT hebben echter een groot moreel gezag. Artikel 61, § 3, Bestuurstaalwet verplicht de overheden om aan de VCT mee te delen welke gevolgen zij aan de adviezen van de VCT hebben gegeven.

Uitgezonderd het substitutierecht, stelt de VCT geen administratieve rechtshandelingen in de zin van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Haar adviezen, uitgezonderd in het kader van het substitutierecht, zijn bijgevolg ook niet vatbaar voor een beroep bij de Raad van State.

Bevoegdheden

De VCT heeft verschillende bevoegdheden .

1. Vragen om advies

Vragen om advies kunnen worden ingediend door zowel de federale als de gemeenschaps –en gewestministers, door de leidinggevenden van administratieve overheden, of door de burgemeesters, de provinciegouverneurs of hun gemachtigden (art. 10 KB 11 maart 2018).

De ministers kunnen de VCT raadplegen over alle algemene zaken die de toepassing van de bestuurstaalwetgeving betreffen (art. 61, § 2 Bestuurstaalwet). Zij zijn verplicht om het advies in te winnen indien het een reglementair besluit aangaande de toepassing van de Bestuurstaalwet betreft.

Een vraag om advies is verplicht wanneer ze betrekking heeft op het verdelen van betrekkingen over taalkaders in de centrale diensten en de uitvoeringsdiensten onderworpen aan het voorafgaand advies van de VCT.

2. Klachten

In het kader van haar toezichtsopdracht spreekt de VCT zich uit door middel van adviezen naar aanleiding van klachten die ingediend werden door particulieren wegens een mogelijke overtreding van de bestuurstaalwetgeving.

Iedereen kan bij de voorzitter van de VCT een klacht indienen, zonder een belang te moeten aantonen, uitgezonderd bij de bijzondere klachtenprocedure. De enige vereiste is dat de klacht ondertekend en gericht is aan de voorzitter van de VCT.

3. Het onderzoeksrecht van de VCT

De VCT kan op eigen initiatief of naar aanleiding van klachten en vragen om advies in de verschillende openbare diensten onderzoeken instellen in verband met de naleving van de bestuurstaalwetgeving en deze onderzoeken afronden met het uitbrengen van een advies (art. 61, § 4 Bestuurstaalwet en art. 16 KB 11 maart 2018). Zij kan om overlegging verzoeken van alle stukken die haar nodig lijken voor haar onderzoek. Zij mag ook ter plaatse alle vaststellingen doen.

4. Taalexamens

De VCT is eveneens bevoegd voor het toezicht op alle examens die hun grondslag hebben in de Bestuurstaalwet. Het betreft hier met name taalexamens georganiseerd door Werkenvoor.be, alsmede de taalexamens georganiseerd door de taalgrensgemeenten. De VCT stuurt naar de examens een waarnemer en gaat na of deze examens georganiseerd worden volgens de voorgeschreven regels. 

Als dusdanig is de VCT gerechtigd om de vernietiging van een benoeming te vorderen, indien deze benoeming zou zijn geschied na een taalexamen dat volgens de VCT niet op correcte wijze is verlopen.

5. Beroep bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak

De VCT heeft de mogelijkheid om bij de Raad van State een annulatieberoep in te stellen tegen bestuurshandelingen die tot stand zijn gekomen in strijd met de Bestuurstaalwet. In tegenstelling tot de gangbare termijn van 60 dagen, beschikt zij daarvoor over een termijn van 5 jaar (art. 58 Bestuurstaalwet).

6. Het substitutierecht

Het substitutierecht, of de indeplaatsstelling, houdt in dat particulieren gedomicilieerd in de rand- en taalgrensgemeenten, particulieren die hun woonplaats hebben in de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, particulieren die in het Duitse taalgebied wonen en particulieren uit Malmédy en Waimes bij de VCT klacht kunnen indienen met betrekking tot het taalgebruik van de administratieve overheden in hun betrekkingen met de particulieren en met het publiek, op voorwaarde dat zij een belang aantonen. 

7. Verslagen

Tot slot brengt de VCT ten aanzien van de regering jaarlijks een verslag uit over haar werkzaamheden (art. 62 Bestuurstaalwet). Dit verslag wordt aan de Wetgevende Kamers overgemaakt, alsmede aan alle federale ministers. In de praktijk krijgen evenzeer alle voorzitters van de parlementen van de gemeenschappen en de gewesten, alsook de minister-presidenten van alle regeringen, dit verslag.

Ten aanzien van de federale minister van het Openbaar Ambt brengt de VCT eveneens ieder jaar een verslag uit betreffende de controles op de taalexamens die door Werkenvoor.be worden afgenomen.

Samenstelling en werking

De VCT bestaat uit een voorzitter en elf leden.

Het lidmaatschap van de VCT is onverenigbaar met het uitoefenen van om het even welk rechtstreeks verkozen politiek mandaat.

De voorzitter van de VCT wordt aangewezen door de Kamer van volksvertegenwoordigers. De voorzitter is de heer Emmanuel Vandenbossche

Vijf leden, alsmede hun eerste en tweede plaatsvervangers, worden voor 4 jaar benoemd uit een drievoudige lijst voorgedragen door het Vlaams Parlement. 

Zij vormen de Nederlandse afdeling van de VCT.

De Nederlandse afdeling is bevoegd voor alle aangelegenheden die gelokaliseerd of lokaliseerbaar zijn in gemeenten van het Vlaamse Gewest met uitzondering van de zogenaamde faciliteitengemeenten.

Momenteel bestaat de Nederlandse afdeling uit:

  • De heer Frank Judo (ondervoorzitter)
  • Mevrouw Liesbeth Stroobandt
  • Mevrouw Inge Moyson
  • De heer Thomas Leys
  • De heer Steven Utsi

Vijf leden, alsmede hun eerste en tweede plaatsvervangers, worden voor 4 jaar benoemd uit een drievoudige lijst voorgedragen door het Parlement van de Franse Gemeenschap. 

Zij vormen de Franse afdeling van de VCT.

De Franse afdeling is bevoegd voor alle aangelegenheden die gelokaliseerd of lokaliseerbaar zijn in gemeenten van het Waalse Gewest met uitzondering van de zogenaamde faciliteitengemeenten.

Momenteel bestaat de Franse afdeling uit: 

  • Mevrouw Sandra Stainier (ondervoorzitter)
  • Mevrouw Letizia De Lauri
  • Mevrouw Sarah Kawaya
  • De heer Noé Martens
  • De heer Thomas Daniël

Eén lid, alsmede zijn eerste en tweede plaatsvervanger, wordt voorgedragen door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Het Duitstalige commissielid wordt enkel geraadpleegd voor zaken waarin gemeenten uit het Duitse taalgebied of uit het Malmedyse betrokken zijn.

Mevrouw Manuela Bieber is het lid van de Duitstalige gemeenschap.

De verenigde vergadering van de afdelingen is de vergadering waarbij de leden van beide afdelingen samen vergaderen. De verenigde vergadering heeft een residuaire bevoegdheid en is derhalve bevoegd voor alle zaken die niet behoren tot de bevoegdheid van de Nederlandse of Franse afdeling, evenals voor de zaken betreffende de bescherming van de minderheden.

Concreet is de verenigde vergadering van de afdelingen onder meer bevoegd voor:

  • de federale en programmatorische overheidsdiensten (FOD’s en POD’s); 
  • de parastatalen (RIZIV, RVA, …);
  • de bicommunautaire en biculturele instellingen (BOZAR, het Paleis voor Schone Kunsten, …);
  • de wetenschappelijke instellingen (Sciensano, de Koninklijke Bibliotheek van België,…);
  • de autonome overheidsbedrijven (bpost, NMBS,…)
  • het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
  • het Duitse taalgebied;
  • de rand- en taalgrensgemeenten;
  • Malmedy en Weismes;